Sailmail 3: survivallen op een onbewoond eiland

Sailmail 3: survivallen op een onbewoond eiland

GRC | 07/03/2018

Leerling Rena Dusée en docent Sander Habets varen samen met andere leerlingen, docenten én scheepsbemanning een half jaar lang op het Tall Ship Thalassa de wereld over met School at Sea. Zo nu en dan is er internet beschikbaar en delen zij hun ervaringen. Blog 3 ahoy!

Sander

Er zijn weer een aantal weken voorbij en er is weer veel gebeurd. Inmiddels zijn we officieel over de helft en op de terugweg. We schrijven dit stukje ergens op de Caribische zee terwijl we van Cuba naar Bermuda varen.

Zoals Rena vorige keer al aangaf was het ook op St Lucia prachtig. De nieuwjaarsviering was ook te gek. 1 januari was iets minder. Niemand had bedacht dat een rustig dagje bijkomen misschien wel handig zou kunnen zijn, dus om half acht werd iedereen weer wakker gemaakt voor het ontbijt. Die dag vielen meerdere mensen boven hun boeken in slaap.

Al snel vervolgden we onze reis naar Curaçao, waar we door onze omweg naar Martinique en St. Lucia nu maar een paar dagen zouden blijven. Curaçao was… anders. Na zo lang steeds geprobeerd te hebben ons in het Spaans, Engels of Frans verstaanbaar te maken, was het vreemd om weer even gewoon Nederlands te kunnen praten. Ook de Albert Heijn en typisch Nederlandse lekkernijen leken niet op hun plek. Hoewel het allemaal aan de dure kant was, kon ik het niet laten daar stroopwafels en kruidnoten te kopen, om toch nog even van thuis te kunnen proeven.

Na Curaçao voeren we in westelijke richting naar het vasteland van Midden-Amerika: Panama. De eerste stop was in het oosten van het land bij de San Blas eilanden. Daar wonen de Guna, een lokale stam die hier al eeuwen woont. Wat de omgeving betreft kan ik alleen maar zeggen dat dit gebied er precies uitziet wat je je voorstelt bij het Caribisch gebied. Overal bevinden zich kleine eilandjes met witte stranden en daarop niets dan palmbomen en een paar hutjes. Elk van die eilanden ziet er uit als het eiland waarop Jack Sparrow in Pirates of the Caribbean 1 wordt achtergelaten. De leerlingen hebben hier twee dagen gesurvivald en zich helemaal uitgeleefd op een van die kleine eilandjes. Hutten bouwen, vissen vangen en opeten, koken op open vuur, noem maar op. Een wolkbreuk op de tweede dag joeg hen weer terug naar het schip, maar dat mocht de pret niet drukken.

Na de survival moesten we een kort stukje varen naar Portobelo, een klein stadje in het noordoosten van Panama, waar de eigen reis van de leerlingen begon. Ze reisden in een groepje van zes leerlingen en een volwassene (die wat betreft de planning en organisatie niets mag zeggen of doen) door het land. De enige opdracht was: zorg dat je over een week in Bocas del Toro bent, aan de andere kant van het land. Ik ging niet mee op eigen reis door Panama, wel door Cuba. Dit was te gek. Mijn groepje is in Havana, Santa Clara, Trinidad en Cienfuegos geweest en heeft heel erg veel zelf geregeld. Er vonden mooie groepsprocessen plaats en we hebben veel mooie plekken en schitterende Amerikaanse auto’s gezien. Leuk om eens een reis nagenoeg ongepland in te gaan en je te laten leiden door anderen.

We hebben nu een korte reis tot Bermuda voor de boeg (haha, boeg, zeilgrapje), waarmee de terugreis echt begonnen is.

Rena

Het enige wat ik te zeggen heb over de eigen reis in Panama: het was fantastisch. Of nou ja, natuurlijk is dat niet het enige wat ik er over te vertellen heb! Panama was zo mooi! En het was ook zo verschillend. Het ene moment ben je in de jungle, het volgende moment sta je tussen de wolkenkrabbers en weer een dag later lig je op het strand tussen de palmbomen. We hebben ook zo veel bijzondere mensen ontmoet en zo veel leuke dingen meegemaakt. We zijn in één van de meest luxe hotels in Panama City naar het dakterras gegaan om van het uitzicht te genieten. Zoiets doe je maar één keer in je leven. Nou ja, behalve als je het dan nog een keer doet in Cuba, maar dat is een ander verhaal.

Als ik mijn beleving van Panama zou moeten samenvatten, dan zou ik zeggen: spelletjes spelen, veel wifi, schattige hostels, veel wandelen. Heel veel wandelen. We hadden van tevoren afgesproken met ons groepje dat we niet al te lang zouden gaan wandelen, omdat geen van ons daar echt zin in had. Toch wilden we wel naar een waterval toe, want daar stonden in de Lonely Planet hele goede dingen over. Het wandelen was heel leuk. Het uitzicht was prachtig, want we zaten uiteindelijk helemaal bovenop een berg. Dat was wel een beetje vreemd, want we gingen heel steil omhoog, terwijl in onze routebeschrijving stond dat het helemaal niet zo’n steile wandeltocht was. Maar ja, wij bleven maar doorgaan, tot uiteindelijk na ongeveer vier uur wandelen het pad ophield. Gewoon zo. Eerst was er een pad, toen op eens niet meer. Toen stonden wij daar. Uiteindelijk zijn we maar terug naar beneden gegaan. Wel pas nadat ik de allerlekkerste mandarijntjes die ik ooit heb gegeten, had geplukt uit iemands tuin. Na weer vier uur terugwandelen, kwamen we bij een van de eerste afslagen die we genomen hadden. Toen zagen we opeens waar we fout waren gegaan. En toen herinnerden we ons ook opeen wie het ook al weer héél zeker wist dat we naar rechts moesten. Tja Bonne, waarom moeten we hier eigenlijk naar rechts? Het gaat wel heel steil hier. Nee nee, het is sowieso goed. Ik weet het zeker. Nou. Heel erg bedankt, Bonne. Het was in ieder geval wel een hele leuke wandeling. Jammer dat we de waterval niet hebben gezien, maar we hebben wel op de terugweg lekker gezwommen in een grote rivier.

Over Cuba heb ik ook wel het een en ander over te vertellen. Het was net alsof je in een tijdmachine was gestapt! Zeker in Trinidad. Daar reed iedereen in plaats van in auto’s met paard en wagen. Echt álles gebeurde met paarden. Op een gegeven moment reden we (te paard natuurlijk) zelfs langs een graanveld waar een boer bezig was met ploegen met twee stieren voor zijn wagentje. Dat was heel leuk om te zien. Havana was echt weer heel anders. Dat was heel groot en heel druk. De auto’s waren wel heel bijzonder. Bijna allemaal waren het van die oude auto’s die zo uit een film gereden leken te zijn! Ze hadden ook allemaal hele mooie kleuren. Het was heel leuk om te zien als ze voor een stoplicht stonden, met z’n dertigen bij elkaar.

In Cuba sliepen we niet in hostels, maar in casa’s. Dat is wel heel leuk, want dan slaap je gewoon bij mensen in huis die één of twee van hun kamers verhuren. Dat maakt het een stuk gezelliger. Je ontmoet zo ook de allerleukste mensen. In Havana zijn we ook weer naar een luxe hotel gegaan, maar deze keer waren we zelfs een stapje verder gegaan. We waren niet zomaar in een luxe hotel, maar in het meest luxe hotel van Havana. En we gingen niet alleen naar het dakterras voor het uitzicht, maar we zijn zelfs (illegaal) gaan zwemmen in het zwembad. Dat was heel erg leuk, totdat er allemaal bewakers kwamen die tegen ons zeiden dat we er uit moesten komen en die ons naar de uitgang hadden gestuurd.

Cienfuegos was ook een geval apart. Alle huizen waren heel bijzonder, maar aan de andere kant ook helemaal hetzelfde. Ze hadden allemaal hele leuke kleurtjes, en waren allemaal net anders gebouwd, maar toch hadden ze allemaal ongeveer dezelfde vorm en waren ze in dezelfde stijl gebouwd. Het was heel vreemd om te zien, maar wel mooi.

Nu zijn we op weg naar Bermuda. We hebben aan boord een boek met allemaal foto’s van de Bermudaanse natuur, en het ziet er prachtig uit. Ik heb er zo veel zin in! Ook het schoolwerk is weer begonnen. Ik moet wel zeggen, School at Sea is waarschijnlijk de enige plek op aarde waar je even je natuurkundetoets onderbreekt om een stukje Nutella-merengue taart met karamel te eten, om vervolgens weer vrolijk door te gaan.

Zeilgroetjes,

Rena en Sander